Een kleine groep gelukkigen kreeg afgelopen week de kans om een serie vintage ports te proeven, onder leiding van Chris Forbes, de sales director van Taylor’s Port. Ports uit de jaren 60, 70, 80, 90 en 10. Hoe smaakt dat eigenlijk?
Maar eerst meer over die vintages. Ieder porthuis maakt in feite de individuele keuze om een jaar als vintage uit te roepen. Dit gebeurt alleen op basis van de superieure kwaliteit van de oogst. Het Instituto dos Vinhos do Douro e Porto (IVDP) moet het goedkeuren en pas als dat gebeurd is kan de vintage officieel worden verklaard. Gemiddeld komt er drie keer per decennium een vintage port uit. 2022 was zo’n jaar, besloten ze bij Taylor’s en dus bracht het porthuis een vintage Quinta da Vargellas 2022 uit, de laatste in de rij.
De kunst van het blenden
Taylor’s wordt algemeen gezien als een benchmark voor vintage port, met wijngaarden in verschillende locaties in de schitterende Douro. Belangrijk, want de kunst van het blenden, dat is waar het om draait bij port. De meest aangeplante druif van Taylor’s is touriga nacional, en deze neemt ook nog eens toe in populariteit, vertelt Chris. Andere veelgebruikte druiven zijn tinta barroca, tinta cão, touriga francesa, tinta roriz en tinta amarela. De druiven worden met de hand geplukt en de hele trossen worden vervolgens met de voet getreden in zogenaamde lagares. Na enkele dagen wordt de alcohol toegevoegd – port is immers versterkte wijn. Vintage port is gemaakt van uitzonderlijk goede wijnen uit één oogstjaar die 2 tot 3 jaar op hout rijpen, waarna ze ongefilterd worden gebotteld en op fles nog minstens 15 jaar kunnen doorrijpen. Of oneindig veel langer. Met de jaren zal de port wat van zijn dieppaarse kleur en tannines inleveren en aan structuur en complexiteit winnen.
Levendige zestigers
Dat blijkt dan ook precies het geval te zijn wanneer we de eerste vintage port proeven, een uit 1963. Het jaar van de legendarische, extreem koude Elfstedentocht die door Reinier Paping werd gewonnen. Dat hoort een beetje bij het drinken van vintage ports; bedenken wat er destijds gebeurde, om gevoel te krijgen bij de tijd die is verstreken sinds de wijn is gemaakt. De ’63 is nog altijd ongelooflijk levendig en fris en heeft aroma’s van leer en een sigarenwinkel. Volgens Chris zal deze vintage zich niet meer verder ontwikkelen, maar is hij over 10 a 15 jaar nog net zo elegant als nu.
Ook de vintage Quinta de Vargellas ’65 (Aleksej Leonov voerde de eerste ruimtewandeling uit) is nog altijd bijzonder vief. Naast elkaar ingeschonken valt op dat de kleuren erg van elkaar verschillen; de ’65 is veel donkerder dan de ’63. “Hij houdt zich duidelijk vast aan z’n fruit”, concludeert Chris, die ons overigens op het hart drukt vintage port uit een universeel wijnglas te drinken. “In die kleine glaasjes kunnen de aroma’s zich helemaal niet ontwikkelen!”
Drinken of bewaren?
“Vintage 1975 is er een die we eerlijk gezegd een beetje vergeten waren”, leidt Chris de volgende wijn in. “Maar de wijnmaker beslist alleen een vintage port uit te brengen als ie er echt in gelooft, en dat is ook hier volkomen terecht gebleken!” En dan te bedenken dat er toen een revolutie plaatsvond in Portugal. Wanneer Vintage 1985 (benefietconcert Live Aid!) wordt ingeschonken valt direct op dat de kleur weer meer naar het rood neigt. “Klopt”, zegt Chris, “Het omslagpunt van de kleurverandering ligt bij zo’n 40 jaar.” Quinta de Vargellas 1995 is weer zichtbaar jonger, en je proeft het natuurlijk ook. Quinta de Vargellas 2015 is nu 10 jaar oud, heeft een prachtige ruby kleur, is heerlijk fruitig (cassis!) en spicy, met een opmerkelijk pepertje en een bijzonder frisse afdronk. Nu doemt de grote vraag op: drinken of bewaren?
Want de grootste verrassing is misschien wel dit: vintage ports zijn ook jong al drinkbaar. Chris: “Het is echt niet meer nodig om tientallen jaren te wachten met het drinken van een Vintage Port. Jonge vintage ports zijn heerlijk fruitig!” Die fruitige fase van de port geldt zo’n 5 tot 10 jaar na de oogst. Daarna tot 20 à 30 jaar na de oogst spreekt men van de ‘adolescentie’ van de vintage port. Dit is een heel andere drinkfase, waarin de port aan structuur en complexiteit heeft gewonnen. De volgende fase is voor veel liefhebbers van vintage port wellicht de belangrijkste: na 20 à 30 jaar spreekt met van de ‘drinkfase’. Vanaf deze tijd heeft de vintage port zich echt volledig kunnen ontplooien en krijgt het die tertiaire aroma’s van sigaren en leer.
Aan jou de keuze.