Angelo Gaja -vanaf 1961 in het bedrijf- is één van de wijnproducenten die ervoor gezorgd heeft dat Piëmonte in de internationale wijnwereld bekendheid verwierf. Hij deed dat geheel eigenzinnig en eigentijds door zijn eigen inzichten te volgen. Zo plantte hij internationale druivenrassen aan zoals cabernet sauvignon en merlot en maakte deel uit van de Super Toscans in de jaren ’80 en ’90. De Super-Toscans bestond uit een groep wijnmakers die zich destijds niet conformeerde aan de Italiaanse wijnwetgeving. Angelo Gaja deed veel onderzoek over de hele wereld om de beste kwaliteit te maken, maar vooral in de Bourgogne. Het resultaat blijkt uit de wereldwijde faam die het wijnhuis Gaja nu geniet.
De dochters Gaia en Rosanna, inmiddels de vijfde generatie, van Angelo Gaja nemen nu langzaam het roer over. Gaia de oudste vertelt: ‘Het is niet gemakkelijk om in de voetsporen van mijn vader te treden. Door het effect van de global warming hebben we in de wijngaarden met nieuwe problemen te maken. We hoeven ons niet meer druk te maken over de rijpheid van de druiven, we moeten juist uitkijken dat ze niet te jammie-achtig worden. Om de zuurgraad van de druiven te behouden zijn er veranderingen noodzakelijk. Ik suggereerde om biodynamisch te gaan werken. Mijn vader wilde dat niet. Hij zei nee, je moet iets anders doen. Iets van jou. Biodynamisch doet iedereen.’
Om goed met haar vader te communiceren schrijft Gaia brieven naar Angelo waarin ze haar ideeën uitlegt. Dit werkt goed want haar vader is erg ongeduldig en als ze niet in drie minuten haar betoog heeft gehouden verslapt zijn aandacht. Zo circuleren er lange briefwisselingen tussen dochter-vader-moeder en zuster. Een aantal dagen later vindt er discussie plaats over de verschillende gedachtegangen. Uiteindelijk stemde Angelo in om een paar consultants in te schakelen die uitsluitend voor Gaja werken.
Dit leverde een aantal cruciale veranderingen op in de wijngaard ter verbetering van de wijnbouw. Om de biodiversiteit in de wijnbouw te waarborgen wordt er bemest met koeienmest en kruipen er Californische wormen in de grond. Tussen de rijen in de wijngaard groeit hoog gras en verschillende graansoorten om de bodem in de diverse percelen te versterken. In de zomer worden de wijnstokken minimaal gesnoeid. Rondom de wijngaarden zijn grote Cipressen aangeplant die als ‘hotel voor de vogels’ fungeren. Bij de selectie van nieuwe planten worden planten behouden die zonder hulp het beste zelfstandig kunnen herstellen na eventuele ziektes.
In de kelders vindt er ook een evolutie plaats. De wijnen liggen een langere periode op de lie en ondergaan minder klaring. Het houtgebruik is tot een minimum beperkt, milde houttonen en slechts 20 procent nieuw eiken voor Barbaresco. De wijnen die van de single vineyards komen, hebben ongeveer tussen de 30 en 35 procent nieuw eiken. Barbaresco heeft twee jaar rijping waarvan één jaar op de fles.
De eigenzinnigheid van Angelo Gaja blijkt ook uit het gegeven dat het bedrijf geen website heeft. In zijn visie kan een website nooit het verhaal van de wijnen vertellen. De mensen vertellen het verhaal nadat ze de wijnen hebben geproefd. De wijnen spreken voor zichzelf en zijn van kwaliteit op het hoogste niveau, aldus Angelo Gaja.