Rías Baixas

Rías Baixas staat vooral bekend om zijn strakke, droge witte wijnen.

In het uiterste Noordwesten van Spanje, net boven de grens met Portugal, ligt de wijnstreek Rías Baixas. De kuststrook is ruig en bijzonder groen, en het klimaat is er Atlantisch met gematigde temperaturen en natte winters. De meeste wijngaarden bevinden zich vrijwel direct langs de kust. De druivenstokken moeten dus bestand zijn tegen het gure zeeklimaat en de grote hoeveelheid neerslag die er jaarlijks valt. Een aantal druivenrassen heeft zich in de loop der tijd aan de omstandigheden weten aan te passen en verreweg de meeste daarvan zijn wit.

De belangrijkste druif is albariño, die over de grens in Portugal bekend staat als alvarinho en daar voor de betere vinho verdes wordt gebruikt. De wijnen uit Rías Baixas kenmerken zich door veel frisheid en verfijnde fruitaroma’s. Ze zijn ideale begeleiders van vis - vergeet sushi en sashimi niet! - en allerhande schaal- en schelpdieren. De beste exemplaren komen van granieten bodems, wat bijdraagt aan hun minerale karakter. Bovendien vergisten de wijnen op lage temperatuur in roestvrijstalen tanks om de smaak zo fris mogelijk te houden. Tegenwoordig zijn er ook albariño’s op de markt die een aantal maanden op hun gistcellen rijpen. Deze wijnen smaken doorgaans voller en ronder dan de oorspronkelijke versies.

Behalve albariño, die de wijngaarden in Rias Baixas domineert, staan er ook nog treixadura, godello, loureira, caíño blanco en torrontés aangeplant. Vaak worden deze druiven in kleine percentages aan de albariño-wijnen toegevoegd. Van lokale blauwe druiven wordt een handjevol rode en roséwijnen gemaakt die we in Nederland eigenlijk nooit tegenkomen.