Op kalkrijke kleigrond tussen de Dordogne en Garonne staan bij Despagne gemiddeld veertig jaar oude stokken voor de gebruikelijke rode druiven-rassen. Na handmatige pluk weken de wijnmakers de druiven in en vindt aansluitend, gedurende tien dagen, de vergisting van het zoete sap plaats. Malolactische fermentatie geschiedt vervolgens op barrique. Pas na een aanvullende houtopvoeding van acht maanden kan geassembleerd worden in de verhouding 80% merlot en 20% cabernet sauvignon. Dan is deze prestige cuvée klaar om verscheept te worden naar de betere wijnspeciaalzaken en horecagelegenheden.

In de geur ontwaar je direct zijn rijpe vruchtentonen, kruiden en een gedeeltelijk verleden op nieuw eikenhout. Deze prettige aroma's komen ook terug in de mond naast een duidelijk harmonieus ronde en romige structuur met zeer aangenaam zachte tannines. Dit type wijn doet denken aan Pomerols en verdient als zodanig een gastronomisch plekje aan tafel naast rood vlees, wild of zoute brokkelkaas. De rode Grand Vin is op z'n best drie tot vier jaar na de oogst; onder goede keldercondities kan de wijn nog acht jaar bewaard worden.