Chili
Chili wordt een Nieuwe Wereld-wijnland genoemd, maar wijnbouw is hier zeker niet nieuw.
Het land heeft een lange weg afgelegd om vandaag de dag een van de belangrijkste exporteurs van wijn ter wereld te worden. De eerste wijnstokken kwamen in de 16e eeuw mee met de Spanjaarden. Druiven als país, moscatel en corinto voorzagen de Spanjaarden van voornamelijk zoete wijn die gebruikt werd tijdens de mis. In het midden van de 19e eeuw, enkele decennia voordat de phylloxera-plaag wijngaarden in Europa uitroeide, namen rijke Chileense families wijnstokken mee uit Frankrijk en plantten ze aan in Chili. Door de geïsoleerde ligging van Chili tussen het Andesgebergte, Antarctica en de Grote Oceaan, heeft de druifluis er nooit kans gekregen om toe te slaan. Hierdoor bezit Chili tot op heden wijngaarden met Europese onderstam. Dit zorgt voor intens smakende wijnen met een aansprekend karakter die in betrekkelijk korte tijd een vaste plaats hebben weten te veroveren in veel wijnkelders en koelkasten. De uitstekende prijs-kwaliteitverhouding heeft in belangrijke mate aan die populariteit bijgedragen.